Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Onteigeningswet

 

Artikel 77
[1.] Onteigening ten name van de gemeente, van een ander publiekrechtelijk lichaam of van een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, toegelaten ingevolge artikel 70 of 70j van de Woningwet, kan plaatsvinden:
1
ten behoeve van de uitvoering van of ter handhaving van de feitelijke toestand overeenkomstig een bestemmingsplan, een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening hieronder mede begrepen;
2
ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan, dan wel een plan van werken, geen bouwwerken zijnde, of een plan van werkzaamheden voor het opheffen van ernstig achterstallig onderhoud in het belang van de volkshuisvesting, mits een hierop betrekking hebbend besluit op grond van artikel 13 van de Woningwet dan wel een besluit tot toepassing van bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom wegens overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 1a, 1b, 7b of 13 van de Woningwet onherroepelijk is geworden;
3
ten behoeve van de uitvoering van een projectbesluit als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onder f, van de Wet ruimtelijke ordening;
4
ten behoeve van de ontruiming van oppervlakten in het belang van de volkshuisvesting;
5
ten behoeve van de verwijdering van een of meer ontruimde, onbewoonbaar verklaarde woningen of van een of meer niet meer in gebruik zijnde andere gebouwen, indien deze woningen of gebouwen dermate in verval zijn geraakt of verminkt, dat zij de omgeving in ernstige mate ontsieren;
6
ten behoeve van de uitvoering van een besluit als bedoeld in artikel 3.30, 3.33 of 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, alsmede met voorzieningen die met de uitvoering van zodanig besluit rechtstreeks verband houden;
7
van een gebouw als bedoeld in artikel 14 van de Woningwet ten behoeve van de handhaving van de openbare orde rond dat gebouw of van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in zodanig gebouw, indien de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Woningwet, geen uitzicht heeft geboden op een duurzaam herstel van de openbare orde rond dat gebouw welke is verstoord door gedragingen in het gebouw, onderscheidenlijk het duurzaam achterwege blijven van een overtreding van artikel 2 of 3 van de Opiumwet in dat gebouw;
8
van een gebouw, een open erf of een terrein als bedoeld in artikel 97 van de Woningwet ten behoeve van het opheffen van een overtreding als bedoeld in dat artikel, indien de toepassing van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Woningwet, geen uitzicht heeft geboden op het duurzaam achterwege blijven van een zodanige overtreding.
[2.] In dit artikel wordt verstaan onder
bouwplan: een project tot het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen alsmede het vergroten van een of meer bouwwerken;
plan van werken, geen bouwwerken zijnde: een project tot het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen alsmede het vergroten van een of meer werken, geen bouwwerken zijnde;
plan van werkzaamheden: een project tot het verrichten van een of meer werkzaamheden.
Een bouwplan kan mede een plan van werken, geen bouwwerken zijnde, of een plan van werkzaamheden omvatten; een plan van werken, geen bouwwerken zijnde, kan mede een plan van werkzaamheden omvatten.
3
Burgemeester en wethouders geven toepassing aan de artikelen 3:11 tot en met 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht.
4
In de in het eerste lid genoemde gevallen geschiedt de onteigening overeenkomstig de volgende artikelen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AA4220, Hoger beroep, H01.99.0492
    Rechtsoort
    Bouwen
    Datum uitspraak
    29-11-1999
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Raad van State H01.99.0492. Datum uitspraak: 29 NOV, 1999 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A en anderen, allen te B, appellanten, tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Den Haag van 23 februari 1999 in het geding tussen: appellanten en burgemeester en wethouders van Pijnacker...
  • LJN BC3865, Eerste aanleg - meervoudig, 136458 / HA ZA 07-808
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    16-01-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Haarlem
    Onteigening; Ter bestrijding van de gevolgen van palenpest in delen van Haarlem dienen aangetaste woningen hetzij te worden hersteld, hetzij te worden gesloopt en hergebouwd. Het beleid van de gemeente komt er op neer dat indien ten minste 50% van de eigenaars binnen een bouwkundige eenheid wenst over...
  • LJN BC3866, Eerste aanleg - meervoudig, 136452 / HA ZA 07-803
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    16-01-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Haarlem
    Onteigening; Ter bestrijding van de gevolgen van palenpest in delen van Haarlem dienen aangetaste woningen hetzij te worden hersteld, hetzij te worden gesloopt en hergebouwd. Het beleid van de gemeente komt er op neer dat indien ten minste 50% van de eigenaars binnen een bouwkundige eenheid wenst over...
  • LJN BC3864, Eerste aanleg - meervoudig, 136454 / HA ZA 07-805
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    16-01-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Haarlem
    Onteigening; Ter bestrijding van de gevolgen van palenpest in delen van Haarlem dienen aangetaste woningen hetzij te worden hersteld, hetzij te worden gesloopt en hergebouwd. Het beleid van de gemeente komt er op neer dat indien ten minste 50% van de eigenaars binnen een bouwkundige eenheid wenst over...
  •